Laatste bericht: 2 april 2023 (zie hieronder)

Zie ook: de gerelateerde website Kanttekeningen bij het Holocaust Namenmonument

Samenvatting
Op het in oktober 2015 onthulde Joods Monument bij het Spoorwegmuseum in Utrecht staan minstens 85 onjuistheden op een muur met 1239 ingebeitelde namen. De meest pijnlijke fouten zijn de vermeldingen van mensen die de oorlog overleefd hebben. 

Nadat journalist-historicus Jim Terlingen in 2016 via steekproeven tientallen fouten / slordigheden / oneffenheden constateerde, is er – helaas pas na flink aandringen van zijn kant – een gemeentelijk onderzoek gekomen naar de gegevens. Dit onderzoek stond onder leiding van historicus René de Kam. In maart 2018 werd het rapport gepresenteerd. De teksten erin waren echter ver onder de maat (slordigheden en weggemoffelarij). Volgens het rapport zijn 69 vermeldingen niet goed gegaan. De jaren erna zijn er nog meer fouten boven water gekomen. De teller staat nu (november 2021) op 85.

In maart 2018 is er ook een bordje op het monument gekomen met een verwijzing naar de officiële url van het Utrechtse Joods Monument waar de correcties worden getoond. Omdat de officiële site slecht werd bijhouden en dit de gemeente niet leek te deren, schreef Terlingen ook daar weer kritisch over. Toen is besloten om die site op te heffen. Het JCK beheert nu de correcties op het Utrechtse monument. 

"Ik ben blij met het bordje en het beheer door het JCK. Na twee jaar trekken en duwen van mijn kant is hiermee eindelijk een oplossing gekomen voor de noodzakelijke correcties van de gegevens. Zorgvuldig beheer van de correcties doet recht aan de intentie van het monument", aldus Terlingen. "Eindelijk zijn de gegevens nu in goede handen en is mijn ‘strijd’ voorbij. Met overwinning na overwinning, maar ook met illusies armer."

Opiniestuk van Terlingen - AD, 24 juni 2017 -
toen er in Utrecht nog 'maar' dertig fouten bekend waren
(klik erop voor een vergroting)

2 april 2023

Baby Lodewijk (en 50 andere namen die ontbraken) staan straks ook op het Joods Monument in Zeist. Zie dit AD-artikel. Dankzij betrokken duo Gerrit van der Vorst en Heleen bij ’t Vuur wordt er werk gemaakt van de namenlijst. Zo kan het dus ook.

PS. Lodewijk en z'n zus Liliane, door mishandeling in 'n kindertehuis gestorven, worden voor 't eerst genoemd in het boek Schaduw over Zonneschijn.





 

18 november 2021

De tijd schrijdt voort. Naar nu blijkt, is de man die de twijfelachtige eer had in 2015 in leven te zijn toen zijn naam verscheen op de namenmuur van het zojuist onthulde Joods Monument in Utrecht vorig jaar in de Verenigde Staten overleden.

Bert Halpern is 94 jaar geworden. Zie: https://www.nieuws030.nl/columns/terlingen-bert-halpern/ 

Berthold Halpern (1926-2020)

1 november 2021

Sonja Jacoba Hes (Amsterdam, 4 februari 1928 - Utrecht, 1 maart 1944) staat er op het digitale Joods Monument (tenminste: vandaag nog). De sterfdatum gaat het mij om. Op het fysieke monument in Utrecht staat 'Utrecht, maart 1944'.

Wat blijkt: ze is op 11 mei 1944 gestorven in het Diakonessenhuis. Dit staat zowel op haar Joodse Raad-kaart als in de burgerlijke stand van Utrecht. Dit is al zo'n 75 jaar bekend.

Sonja Hes (foto: Yad Vashem)

Joodse Raad-kaart

Nagekomen bericht, 2 november: na mijn melding heeft het JCK het meteen veranderd.

15 oktober 2021

N.a.v. het bericht van 21 september (zie hieronder): de mensen van het Spoorwegmuseum zijn op dit moment druk bezig met het aanpassen van de 'foute lijst' met namen van Utrechtse joodse slachtoffers op hun website Beladen Treinen en op de console die in het museum bij de bagagewagen staat waarin de permanente expositie 'Beladen Treinen' te zien is.

Fijn om te merken dat het Spoorwegmuseum dit zo snel oppakt.

21 september

Op de website Beladen Treinen van het Spoorwegmuseum in Utrecht staat nog steeds de oude 'foute lijst' met namen van Utrechtse joodse slachtoffers. Zie: Beladen fouten van het Spoorwegmuseum

8 april

Terlingen deed op de website Nieuws030 mee aan een serie waarin een schrijver een kunstwerk centraal stelt dat ergens in Utrecht in het openbaar te zien is. Hij koos het Joods Monument in Utrecht.


5 april

Familieleden van drie joodse mensen die oorspronkelijk uit Oost-Europa komen en die in Utrecht woonden ten tijde van de oorlog willen naar Utrecht komen om hun familieden te gedenken. Ik kreeg via-via de vraag 'Staan ze vermeld op het joods monument? Want dan gaan ze daar graag kijken bij hun bezoek'.

Mijn zeer teleurstellende antwoord luidt: slechts twee van de drie staan erop, en één van de twee heeft een verkeerd geboortejaar. 

Dit zijn weer 'nieuwe' fouten. Ik geef ze dus door aan het JCK in de hoop dat ze vermeld worden op het lijstje fouten: https://www.joodsmonument.nl/nl/page/600389/joods-monument-utrecht---correcties. Nummers 81 en 82.

Het gaat om:

  • Chawe Gitel Eveline Rothenberg-Schleyen (1879-1943). Ze staat op het monument met een verkeerd geboortejaar (1880 ipv 1879)
  • Klara Chaje Israel-Schleyen (1891-1943). Zij staat niet vermeld op het monument. Haar man, Izaak Israel (1882–1943) waarmee ze in Utrecht woonde en waarmee ze tegelijkertijd in Sobibor werd vermoord, staat er wel op. 
Dit is dus waarom je als organisatie zéker de feiten moet checken voordat je ze vereeuwigt: vanwege de nazaten. 

1 februari

Utrechter Robin van Essen kwam de volgende fout tegen op het Utrechtse Joods Monument: de meisjesnaam van mevr. Dannheisser, woonachtig op Bijlhouwerstraat 1, is niet Block maar Bloch.

Zie ook: https://brotmanblog.com/2020/09/01/a-photo-and-its-story-amalie-meyer-bloch-in-the-netherlands/ 

Inmiddels doorgegeven aan het JCK voor de foutenpagina die zij bijhouden. En voor op haar eigen pagina.


11 januari

In het voorjaar van 2022 komt een boek uit over de Utrechtse Joodse Raad, geschreven door journalist-historicus Jim Terlingen.

Deze lokale afdeling van de landelijke organisatie is nauw verbonden met het pijnlijkste hoofdstuk uit de recente Utrechtse geschiedenis: de deportatie en moord op meer dan 1200 inwoners. 

Ondanks dat het Joodse Raad-archief van deze afdeling er niet meer is, heeft Terlingen veel relevant materiaal gevonden. Dat heeft nog niet eerder het licht gezien. 

19 december 2020

In november 2020 verscheen het rapport "Verschil maken? Gemeente, belastingen en rechtsherstel in naoorlogs Utrecht', geschreven door Maili Blauw. Ze schreef het in opdracht van de gemeente Utrecht.

Historica Blauw is onderzoeker bij Bestuursdienst Gemeente Den Haag. Ze was van 2017–2019 onderzoeker en secretaris bij het project Joods moreel rechtsherstel.

In het rapport schrijft ze in een alinea over het aantal joden in Utrecht in de Tweede Wereldoorlog en het aantal overlevenden. Daarin schrijft ze: 

Op het in 2015 onthulde Joods Monument Utrecht staan 1.239 namen. Daaronder zijn ook die van 132 personen uit delen van Jutphaas, Maartensdijk en Zuilen die tijdens de bezetting nog niet bij de gemeente Utrecht hoorden, maar daar sinds 1954 wel bij zijn gevoegd.

Keurig, hoor. Feitelijk juist: er staan 1.239 namen. Maar ik mis de nadere uitleg dat dit getal niet overeenkomt met het aantal slachtoffers.

Er staan namen op het monument van mensen die de oorlog overleefd hebben. En er staan ook namen niet op vermeld die er wel horen. Deze feiten staan ook vermeld in de bron die zij aanhaalt: het gemeentelijke rapport 'In steen gebeiteld' (2018). Dat rapport noemde ik overigens 'broddelwerk'.

Het kan natuurlijk knulligheid zijn, maar ik hou het erop dat Blauw het wegmoffelwerk van de gemeente doorzet.

17 september

Een verhaal geschreven voor Nieuws030: Monumenten en de werkelijkheid, over de levens van vijf joodse inwoners van Utrecht in de Tweede Wereldoorlog en hoe feiten daarover in onze databanken en op onze monumenten zijn terechtgekomen. En over het herstellen van fouten.



5 augustus

Zojuist aan het JCK weer een onjuistheid doorgegeven, met de vraag of ze dit op de correctielijst willen toevoegen.

Bertha Gazan-Sanders (1895–1942) scheidde in december 1941 van Ephraim Gazan (1891-1942) en dus diende zij op het fysieke Joods Monument in Utrecht als Bertha Sanders vermeld te worden. Ook op het digitale Joods Monument staat ze trouwens verkeerd vermeld (ook doorgegeven).

In de hoop dat de onjuistheid op het Holocaust Namenmonument, waaraan nu gebouwd wordt, nog voorkomen kan worden, heb ik hem ze gemaild. Voorzitter Grishaver belde me direct: "Helaas kan deze wijziging nu niet meer worden meegenomen. We hebben de namenlijst nu 'op slot' zitten. Bij de eerste lichting verbeteringen, een half jaar na de oplevering van het monument - in 2022 dus, nemen we hem mee. Dan zal de steen van Bertha Gazan-Sanders eruit gehaald worden en komt er een blanco steen voor in de plaats. Op een aparte wand komt dan de steen van Bertha Sanders." Deze procedure is trouwens overeenkomstig met wat hij in dit interview zei.

Een melding van de scheiding van Bertha en Ephraim verscheen in de Nederlandsche Staatscourant van 24-12-1941:

13 december 2019

Opmerkelijk.

Een joods slachtoffer - Johanna Helena Henrietta Levy (Roermond, 7 november 1895 – Auschwitz, 28 januari 1944) - staat vermeld op drie verschillende monumenten.

Zeist was in 2001 de eerste. Daarna volgde Roermond in 2007. En in 2015 het namenmonument in Utrecht. De laatste is een verkeerde vermelding. Ze woonde in de oorlog inderdaad even in Utrecht, maar vestigde zich op 14 mei 1943 in Zeist, is sinds 2001 bekend.

(Een vermelding van dit slachtoffer op het vierde monument is overigens aanstaande: het Holocaust Namenmonument, aangezien ze voldoet aan het het criterium dat ze geen graf heeft.)

Johanna Levy woonde op de Agnietenstraat in Utrecht met Elizabeth Simons (Leek, 18 september 1903 – Auschwitz, 28 januari 1944) Ook zij ging naar Zeist. Dus ook Elizabeth Simons' vermelding in Utrecht is niet juist.

10 december

De laatste versie (december 2019) van het Herinneringsboek Joods Utrecht 1940-1945, samengesteld door Hermann Meub, komt binnenkort online

De Duitse heer Meub is al meer dan 15 jaar bezig met het weergeven van alle door hem gevonden feiten over Utrechtse joodse slachtoffers.

29 november

Gisteren verschenen in het AD-Amersfoortse Courant twee stukken naar aanleiding van een publicatie van historicus Jan H. Lodewijks in het jaarboek Flehite.

Artikel één over het aantal slachtoffers...

In het eerste stuk in het AD-AC verwijst Lodewijks onder andere naar het Utrechtse monument (dat in 2015 werd geplaatst) en naar het Holocaust Namenmonument (dat in Amsterdam gaat komen).

...en het tweede over de joodse ambtenaren.

Het tweede stuk gaat inhoudelijk in op zijn publicatie Vier Joodse Amersfoortse gemeenteambtenaren op 1 maart 1941 op Duits bevel ontslagen -  wie waren zij en wat gebeurde met hen daarna? dat verscheen in Flehite. Historisch jaarboek voor Amersfoort en omstreken (2019, deel XX; ISBN 9789082074864).

30 oktober

Woensdagochtend 30 oktober zijn voor het adres Bergstaat 6 in Wijk C met een bijzondere bijeenkomst drie struikelsteentjes onthuld met namen van in de oorlog vermoorde joodse mensen. De namen behoren toe aan de ouders en de oudste zus van de voormalige Utrechtse huisarts Bram Querido (1911-1999), die bekendheid kreeg als sportarts bij FC Utrecht.

Zijn ouders zijn Levie Querido (1882-1943, Sobibor) en Roosje Querido-Lever (1881-1943, Auschwitz). Brams oudste zus was Sara Hilversum-Querido (1905-1943, Sobibor). Zijn andere zus Judith (1906-1994) overleefde de oorlog, net als Bram.

Roos Jongejan-Hilversum raakt de struikelsteen aan met haar moeders naam

De in 1936 geboren dochter van Sara, Roos Jongejan-Hilversum, onthulde de steentjes. Zij sprak ook enkele woorden. De 83-jarige vrouw is geweldig blij met de steentjes. Ook andere familieleden van de Querido’s hielden toespraken.

De vrouwelijke rabbijn Navah-Tehila Livingstone deed het ‘kaddisj’, een van de belangrijkste gebeden in de joodse liturgie, en theatermaakster Marlies Hautvast zong het lied ‘De jidden van wijk C’ dat in 2015 geschreven is door Jos Bours.

Eerdere plaatsing
Op zondag 6 oktober j.l. werden de drie steentjes geplaatst in het wegdek nabij de Nieuwe Daalstraat. Corrie Huiding, die al jaren tijdens de Open Joodse Huizen-route in haar huis op Bergstraat 6 vertelt over de oorlogsgeschiedenis van familie Querido, zag echter dat deze locatie niet juist was. Het huis waarin een deel van het gezin woonde – en dat inmiddels afgebroken is - stond een eind verderop.

Ze nam contact op met nabestaanden van de vermoorde familieleden en gezamenlijk kwamen ze op het idee om de struikelsteentjes te leggen op de plek waar het hele gezin nog bij elkaar woonde: op Bergstraat 6. Hun plan werd direct akkoord bevonden door de gemeente Utrecht en de werkgroep die in onze stad de plaatsing van de ‘Stolpersteine’ coördineert.

23 oktober

In de bundel 'Bedenkt eer gij herdenkt' - verschenen in oktober 2019 - formuleren zestien mensen waarom ze niet gelukkig zijn met het ontwerp voor het geplande Holocaust Namenmonument in Amsterdam op de gekozen plek. Onder hen kunstenaars, architecten, wetenschappers, mensen vanuit de joodse gemeenschap en buurtbewoners.

In de bijdragen van David Barnouw (voormalig NIOD) en Marja J. Smit (vertaler) wordt verwezen naar de fouten op het Utrechtse monument. Zie ook: de uitgever.

6 oktober

Zondag 6 oktober plaatste de Duitse kunstenaar Gunter Demnig in Utrecht 39 nieuwe struikelstenen. Daarmee steeg het aantal 'Stolpersteine' in onze stad in één dag van 23 naar 62. Examenleerlingen van het Sint Bonifatiuscollege in Utrecht-Oost hebben met een crowdfundingsactie het benodigde geld (4700 euro) opgehaald. Zie: https://www.nieuws030.nl/nieuws/aantal-struikelstenen-verdrievoudigt-op-n-dag/


29 mei

Een sympathiek iemand (die niet zo houdt van zijn naam op het internet) stuurt dit bericht door. Een Haags monument wordt nog niet onthuld omdat men wil checken of de namenlijst compleet is.

Klinkt als een wijs besluit. Hopelijk heeft het Utrechtse debacle mensen positief geïnspireerd.
De Haagse Tijden, 30 april 2019

1 mei

Niet alle mannen op oorlogsmonument Amersfoort waren even heldhaftig, meldt de NOS op haar site. Die conclusie kan mijns inziens zeker getrokken worden na het grondige onderzoek dat is verricht. Mooi werk.

Opvallend is dat de gemeente Amersfoort meteen in actie is gekomen.

De scherpe randjes van mijn frustratie zijn gelukkig verdwenen over de moeizame opstelling van de gemeente Utrecht met betrekking tot het joods monument alhier. Maar ik kan het niet laten om te wensen dat men even een werkbezoek brengt aan Amersfoort om daar wat wijsheid op te doen.

PS. Hier een overzicht van monumenten waarop een SS'er of NSB'er terecht kwam: https://nos.nl/artikel/2282848-een-ss-er-of-nsb-er-op-een-oorlogsmonument-het-ging-eerder-mis.html 


15 april

Een kleinzoon van een op het monument genoemd slachtoffer mailde en gaf meer informatie over de doodsoorzaak van zijn oma: Josephine Slijper-Wiener. Dit is toegevoegd aan haar pagina op het landelijke digitale Joods Monument.

Josephine Slijper-Wiener (1877-1942)

20 februari

Na een mailtje van mij is het Joods Cultureel Kwartier onmiddellijk in actie gekomen. Toppers daar. En dus staat het rapport er weer op en zijn ook andere zaken die ik aankaartte verbeterd.

19 februari

Het gemeentelijke rapport In steen gebeiteld. Een onderzoek naar de persoonsgegevens op het Joods Monument Utrecht dat nog geen jaar geleden verscheen, blijkt al ruim anderhalve maand niet meer online te staan.

Hij stond vanaf 13 maart 2018 op de server van de website die hoorde bij het monument. Sinds het verdwijnen van deze site, begin 2019, is ook het rapport niet meer te vinden.

Binnen het jaar na verschijning is het rapport dus niet meer bereikbaar. Dat hoort natuurlijk niet. Een rapport dat aan de gemeenteraad is aangeboden, hoe slecht ook, hoort beschikbaar te blijven.

Ik vraag me af of dit bekend is bij de betrokken gemeenteambtenaren. Ik kan het antwoord niet inschatten. Soms deden ze onaangenaam, soms suf en soms aardig en correct. Als het antwoord 'ja' is, is het natuurlijk zeer kwalijk.

In mijn eerste beschouwing noemde ik het rapport broddelwerk. Daarna zijn er ook nog eens meerdere fouten aan het licht gekomen in de slachtoffer-gegevens.

Voor degenen die het rapport willen lezen, heb ik het hier zelf online gezet.

30 januari

Het Joods Cultureel Kwartier heeft de pagina's over het Joods Monument Utrecht, die zij sinds kort onder beheer heeft, aangepast naar aanleiding van de recente onderzoeksresultaten van een amateur-onderzoeker. Perfect. (En dat doet Terlingen - hopelijk voor de laatste keer - verzuchten: waarom zaten de stichting en de gemeenteambtenaren nou al die tijd zo verschrikkelijk te verzaken?)

Nu bestaat de lijst met correcties uit 75 namen.

De datum boven de pagina's, 17 oktober 2018, blijft wel vreemd.

24 januari

De officiële website van het Utrechts Joods Monument is opgeheven. Het adres www.joodsmonumentutrecht.nl linkt nu door naar pagina's binnen het domein van het Joods Monument (joodsmonument.nl), de site waar de landelijke informatie over alle joodse slachtoffers staat.

Hiermee komt gelukkig een eind aan het gemodder dat correcties op de gegevens die op het fysieke monument staan niet of slecht worden doorgevoerd op de bijhorende site. De ervaring van Jim Terlingen is immers dat het JCK de site met de landelijke gegevens wèl goed bijhoudt als er reacties binnenkomen.

Het is dieptriest dat het zo lang heeft moeten duren, voordat tot deze omzetting besloten is. Terlingen, de ontdekker van de vele fouten op het fysieke monument, heeft immers de problemen rond de site regelmatig aangekaard. Zie ook eerdere berichten op deze blog. Dankzij de inzet van het Utrechtse GroenLinks-gemeenteraadslid Floor de Koning, die Terlingen hierin steunde, gingen eind november 2018 de neuzen de juiste kant op bij de gemeente Utrecht en de voormalige stichting Joods Monument Utrecht. En dat is goed nieuws.

Nog wel een paar kanttekeningen:

* De datums die op dit moment boven de nieuwe pagina's staan (zie de afbeelding) kloppen niet. Er staat 17 oktober 2018. Dat is curieus. Pas eind november 2018 is besloten tot de beheer-wijziging van de site. En begin januari was de oude site nog online. Vanwaar deze anti-datering? Een vergissing?

* De gegevens die begin januari 2019 zijn doorgegeven door een bevriende amateur-onderzoeker (en die ook hier staan), zijn nog niet doorgevoerd. Ze zijn toen gestuurd naar het e-mailadres dat op de oude site stond. Zijn deze wellicht niet doorgegeven door de toenmalige websitebeheerder? Weten doet hij het niet, maar het zou Terlingen niets verbazen.


Hoe de site er vandaag uitziet.

16 januari

Op Facebook steunende reacties (klik erop voor een vergroting).



Struikelstenen
Leerlingen van het St. Bonifatiuscollege starten een crowdfundingsactie voor meer Stolpersteine (struikelstenen) in Utrecht. Heel mooie actie. Deze klinkers herinneren wandelaars aan de jodenvervolging in WOII. Er is een actiewebsite waarop je kunt doneren: https://voorjebuurt.nl/nl/projects/stolpersteine-leggen-in-utrecht 

Artikel uit het AD

14 januari

Naar aanleiding van deze column van mij op de Utrechtse nieuws- en opiniewebsite Nieuws030 schreef journalist Ivar Pernis van het AD vandaag dit artikel. Morgen, dinsdag 15 november, verschijnt het stuk in de fysieke krant.

Jammer genoeg was ik vandaag niet bereikbaar om mijn reactie te geven op hetgeen door anderen gezegd werd in het AD-stuk (de journalist heeft het wel geprobeerd). En daarom doe ik het hier.
 
In het artikel komt de heer Rietkerk aan het woord, onder wiens voorzitterschap de stichting Joods Monument in Utrecht in 2015 het indrukwekkende herinneringsteken met namen heeft gerealiseerd. Ik vind dat nog steeds een prestatie van formaat. Het is pijnlijk om te concluderen, maar het was in het Utrechtse niet makkelijk om de geesten daartoe gereed te krijgen. Nogmaals: hulde!

Maar wat hij zegt over dat dit soort fouten maken 'bij het proces hoort' is grote kul. De stichting maakte grote fouten, die voorkomen hadden kunnen worden. 

1. De stichting kwam niet op het idee de gegevens die ze van een mevrouw kregen te laten checken voordat ze in steen werden gebeiteld. Het bleek een verouderd bestand. 

2. En de stichting negeerde reacties van onderzoekers die, nog voor de realisatie van het monument, online de namenlijst zagen en onjuistheden doorgaven. Deze onderzoekers kregen geen reactie. 
Zie: http://www.nieuws030.nl/reacties/meer-onderzoekers-uiten-kritiek-op-joods-monument/

Toen ik begin 2016, maanden na de onthulling van het monument, naar buiten kwam met de ontdekking van ernstige fouten, deed de heer Rietkerk beweringen die onjuist bleken. Hij koos merkbaar de strategie van 'wegmoffelen' in plaats van de waarheid onder ogen zien en samen een oplossing te bedenken.

Op 1 mei 2016 heeft de stichting zichzelf opgeheven, zonder actie te hebben ondernomen om de namenlijst alsnog te laten checken.

Over de rest zal ik korter zijn. Ik ben doorgegaan met het onderzoek naar de gegevens en daarover blijven publiceren. Burgemeester Van Zanen reageerde eind 2016 op een open brief van me en stelde uiteindelijk een onderzoek in naar de Utrechtse gegevens. In maart 2018 was het rapport klaar. Er bleken in totaal 69 gegevens niet te kloppen. De goede gegevens werden vermeld op de website van het Utrechtse Joods Monument.

Toen ik op die site ging kijken, die toen naar verluidt in beheer was bij de familie Rietkerk, ontdekte ik ook daar veel onjuistheden en slordigheden. Ik kon mijn ogen niet geloven. Ik mailde naar het e-mailadres op de site en kreeg drie maanden geen inhoudelijke reactie. Ik benaderde GroenLinks-gemeenteraadslid Floor de Koning, die de situatie ook ernstig vond. Toen zij dit binnen gemeentekringen meldde, werden ineens mijn verbeteringen doorgevoerd en kwam de toezegging dat het JCK de site gaat beheren.

Het is belangrijk om bovenstaande te weten als u het AD-artikel heeft gelezen. 

En nu kom ik op wat de heer Rietkerk zegt: dat ik niet zo'n rumoer moet maken. Ik vraag me af: is je mening uiten in een column rumoer maken? Voor het argument van de heer Rietkerk dat de Joodse gemeenschap mijn meldingen over fouten irritant vindt, ben ik gevoeliger. Als dat echt het algemene beeld zou zijn, zou ik me gedeisd houden. Want het leed dat hun families is aangedaan in de oorlogsjaren en ook daarna - ook na de oorlog was er hier nog veel antisemitisme - wil ik niet laten herbeleven.

Via bevriende onderzoekers, waarvan sommigen een joodse achtergrond hebben, krijg ik echter andere signalen. Zij vinden het van belang dat ergens de gegevens van het monument wel goed vermeld staan.

Nu blijkt dat het Utrechtse onderzoek niet goed is uitgevoerd, moet daar iets aan gebeuren. Ik doe een heel concreet voorstel: ga met de Utrechtse lijst naar de meest betrouwbare lijst die er is, die van Herinneringscentrum Kamp Westerbork en zorg ervoor dat er niet voortdurend weer fouten opduiken die allang hersteld hadden kunnen zijn.

Jim Terlingen

13 januari

Twee weken geleden verstuurde een mij bekende amateuronderzoeker me een e-mail. Hij heeft geen behoefte aan de publicatie van zijn naam op het internet. Ik zal hem daarom ‘P.’ noemen.

Uit wat 'P.' schrijft, blijkt dat er nóg meer fouten staan op het monument en in het onderzoeksrapport. Hij heeft de mail ook gestuurd naar het e-mailadres dat op de site van het Joods Monument Utrecht staat. Dus hopelijk komt het daar gauw op.

Wat ontdekte ‘P.’?

1. Ontbrekende naam
De eerste fout gaat over een persoon die niet op het monument vermeld staat en die ook niet wordt genoemd in het gemeentelijke rapport. De joodse familie Limburg uit Tuindorp, dat toen viel onder de gemeente Maartensdijk, bestond uit vader (Jonas), moeder (Henriëtte) en de kinderen Elkan en Sien. Ze zijn allevier omgekomen. Op het monument staan Jonas, Henriëtte en Elkan. Maar Sien niet. Heel erg vreemd. Nog vreemder is het dat dit niet aan het licht gekomen is in het gemeentelijke onderzoek.

Het lot van Sien werd in 1999 al beschreven in het boek ‘Joodse kinderen in kamp Vught’ van J. de Moei. Ze werd in juni 1943 met het zogenoemde kindertansport uit Vught via Westerbork op transport gesteld naar Sobibor. Ze werd maar 3 maanden oud.
Zie ook: https://www.joodsmonument.nl/nl/page/28549/sien-limburg

Geboortemelding van Sien (Siny) in het Joodsche Weekblad, 13 maart 1943

2. Verkeerde sterfmaand
‘P.’ heeft ook ontdekt dat de sterfdatum van zoon Elkan onjuist staat op het fysieke monument. Hij is overleden op 6-6-1943 in Vught. Op het monument staat 6-1-1943. Deze fout valt overigens niemand aan te rekenen. Tot voor kort stond in alle officiële lijsten de verkeerde datum. Hulde aan de ontdekker: 'P.'

3. Verkeerde correctie
Dat aanrekenen geldt helaas wel voor nummer drie. In het gemeentelijke rapport staat een correctie vermeld betreffende het uit Duitsland naar Nederland gevluchte meisje Slata Goldwasser. Ze is door de Duitse bezetter uit het Joodse Weeshuis op de Nieuwegracht gehaald. Op het monument staat bij de overlijdensgegevens ‘Sobibor 13-05-1943’. Het rapport meldt dat dit ‘Sobibor 13-03-1945’ moet zijn. Maar deze correctie is in de officiële lijsten nergens terug te vinden. Overal staat ‘13-03-1943’. De maand is dus verkeerd vermeld. Het jaartal in het rapport kan simpelweg niet kloppen omdat het kamp Sobibor in 1943 werd gesloten.

4. Verkeerde sterfplaats
De 49-jarige Mozes van der Horst overleed in 1941 in Utrecht (zie HUA). Op het Monument staat zijn vorige woonplaats vermeld: Den Helder. Het gemeentelijke onderzoek heeft deze fout niet gemeld.

5. Soms wel, soms niet
‘P.’ signaleert verder dat sommige joodse mensen met hun naam op het monument staan vermeld het hun overlijdensdatum in Utrecht. En anderen, ook overledenen in Utrecht, staan er weer niet op.

Deze slachtoffers staan er bijvoorbeeld wel op: https://www.joodsmonument.nl/nl/page/121446/leonard-salomon-ornstein en https://www.joodsmonument.nl/nl/page/122330/hartog-cohen.

En deze slachtoffers niet:
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/234817/meijer-pijpeman en https://www.joodsmonument.nl/nl/page/228134/johanna-groen-sanders.

Daar zit geen logica in. Het gemeentelijke rapport negeert deze inconsequenties.

28 november 2018

Goed nieuws. Het beheer van de website die hoort bij het Joods Monument in Utrecht gaat in handen komen van specialisten: mensen van het Joods Historisch Museum in Amsterdam. Dit hebben ambtenaren van de gemeente Utrecht toegezegd.

Lees hier meer in de column van Terlingen.

4 september

In de Oud-Utrechter van deze week staat een verhaal waarin een vrouw herinneringen ophaalt aan een joods echtpaar, waarvan de namen onterecht op het Joods Monument staan. Ze heeft in de jaren zestig gewerkt in een winkel van hen in de binnenstad van Utrecht.


In de Oud-Utrechter van 18 september staat een reactie op dit artikel van een straatgenoot van de Spanjers. In de editie van 4 oktober staat een reactie van een andere werkneemster van Maison Iris.

15 juni

In het AD-UN van vandaag schrijft columnist Ingmar Heytze onder andere deze woorden over de fouten rondom het Joods Monument in Utrecht. "Is dat erg? Ja, natuurlijk." En hij rekende uit dat er gemiddeld in één van de achttien namen een fout zit.

10 en 11 juni

Eerste fout in gemeentelijk onderzoek komt aan het licht

Eind april benaderde Erik-Jan Kreuze me, vrijwilliger in het project Vrijheidsportretten van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork (HCKW). Hij wil weten of ik meer informatie heb over een joodse man, die de oorlog overleefd heeft. Het gaat om Albert Spanjer, geboren op 26 december 1903 in Duitsland (Frankfurt am Main), die in 1941 in Utrecht woonde aan de Mauritsstraat.

Dat hij zei dat de oorlog overleefd zou hebben, verraste me. Want in maart 2018 concludeerde het Utrechtse gemeentelijk rapport nog dat alleen zijn sterfplaats en -datum op het joods monument niet kloppen. Daar staat vermeld 'Sobibor 01.03.1945' en dit moet volgens het gemeentelijk rapport 'Utrecht, 01.03.1945' zijn.

Ik heb veel kritiek op het onderzoeksverslag (het bevat broddelwerk en ik schmierde dat dit vast de reden is dat er geen namen van onderzoekers achterin het rapport staan), maar fouten in het feitelijke onderzoekswerk was ik nog niet tegengekomen. Twee maanden na de verschijning komt nu de eerste aan het licht.

Op het monument: Albert Spanjer en Ingeborg Spanjer-Leiser

Sporen
Samen met de heer Kreuze ben ik op zoek gegaan naar na-oorlogse sporen van Albert Spanjer. En die zijn er volop. Het is zeker dat niet alleen Ingeborg Spanjer-Leiser, maar ook haar man Albert Spanjer de oorlog heeft overleefd. Het is de vierde naam van een persoon op het monument die de oorlog overleefd heeft.

De argumenten op een rij:
  • Het HCKW heeft gegevens dat Albert Spanjer op 14 maart 1945 is aangekomen in Kamp Westerbork. Daar is hij op 9 april 1945 'zonder toestemming' vertrokken.
  • Op 3 juli 1950 wordt 'bij koninklijk besluit' de naturalisatie van Albert Spanjer goedgekeurd. In het Staatsblad wordt dit afgedrukt:


  • Op 13 maart 1974 benoemt de arrondissementsrechtbank in Utrecht Albert Spanjer tot curator en zijn vrouw tot toeziend curator. Ze woonden toen in Utrecht aan de prof. Reinwardtlaan.
  • Een ver familielid laat ons weten dat Albert Spanjer in 1994 is overleden en zijn vrouw Ingeborg in 1996.
  • In het zojuist verschenen standaardwerk van het HCKW 'De 102.000 namen' staat zijn naam niet vermeld als oorlogsslachtoffer.

Conclusies
De gegevens op de website van Joods Monument Utrecht dienen aangepast te worden.

En ik voeg belangrijke vragen toe aan mijn eerdere reactie:

Hoe kan het dat de al lang beschikbare gegevens 
van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork 
over Albert Spanjer niet zijn meegenomen in het gemeentelijke onderzoek?

 Is dit een aanwijzing dat ook het onderzoek zelf slordig is uitgevoerd?


Jim Terlingen, juni 2018

Naschrift: Op 11 juni besteedde AD/UN – RTV Utrecht – Duic - Nu aandacht aan dit bericht en aan deze column.

9 mei

Wat een rotbericht komt er vandaag naar buiten: het monument is eind april besmeurd geweest met bloed en modder. De gemeente heeft het vrijwel direct weggehaald. Er was op 4 mei niets meer van te zien (zie foto in het vorige bericht).

https://nos.nl/artikel/2231069-joods-monument-utrecht-met-bloed-besmeurd.html

4 mei


geïnteresseerden bij het monument rond 13 uur

Op deze bijzondere dag brachten veel mensen een bezoek aan het Joods Monument. Rond 10.30 uur werden er bloemstukken gelegd. 

De Oostkrant schreef gisteren op haar Facebookpagina een berichtje over het Joods Monument. 

14 april

In Brummen worden er namen van een monument gehaald. Zie: https://www.destentor.nl/brummen/namen-van-oorlogsgedenkteken-in-brummen-geschrapt-na-onderzoek~aa4259d8/ 

In Utrecht wordt naar aanleiding van 69 onjuistheden sinds vorige maand verwezen naar een website die - ja, ook die - veel fouten en slordigheden bevat. Deze website is overduidelijk niet in goede handen.

Zie de berichten hieronder voor meer informatie hierover.

27 maart

In Terlingens column van vandaag op de website Nieuws030 verwoordt hij onder andere forse kritiek op de website van het Joods Monument Utrecht.


24 maart

Onafhankelijk van elkaar vertellen twee onderzoekers op de website Nieuws030 hun verhaal over hun ervaringen met Stichting Joods Monument Utrecht. Zij kregen geen antwoorden.

Zie: http://www.nieuws030.nl/reacties/meer-onderzoekers-uiten-kritiek-op-joods-monument/ 

16 maart

Er was vandaag en gisteren veel media-aandacht voor de aanpassing van het Joods Monument, de 69 verbeteringen en het rapport (oa. RTV Utrecht, AD, Duic, Powned en het NOS-Journaal van donderdag 15 maart, 15 uur).

Terlingen zelf schreef een column en een uitgebreide reactie.

14 maart

Het gemeentelijke onderzoek naar de persoonsgevens op het Joods Monument in Utrecht, waartoe burgemeester Van Zanen in mei 2017 heeft besloten, is klaar. Uit het onderzoek blijkt dat er in totaal 69 keer een vermelding niet goed is gegaan op het Joods Monument. Dat is veel, maar aan de andere kant ook weer niet als je de totstandkoming kent van het monument: er is een verouderd namenbestand gebruikt.
Ook is er een bordje geplaatst bij het monument met de tekst:
Over Joodse slachtoffers uit Utrecht worden soms nieuwe feiten bekend.
Op www.joodsmonumentutrecht.nl staan de meest actuele gegevens.
Dat is heel erg smaakvol gedaan. Complimenten aan de gemeente.

Rapport

Het rapport waarin het onderzoek wordt toegelicht, is naar de gemeenteraad gestuurd en staat inmiddels online: In steen gebeiteld. Een onderzoek naar de persoonsgegevens op het Joods Monument Utrecht. Het bestaat uit een beschrijving van het - nauwkeurige - onderzoek en allerlei teksten eromheen (hoe de fouten hebben kunnen ontstaan, hoe de Utrechtse lijst is samengesteld, de ontstaangeschiedenis van het monument, enzovoort).
Tot Terlingens grote spijt en frustratie kreeg hij het rapport pas te zien toen het al definitief was. Dat is dom geweest, want er staan veel onjuistheden en zelfs onwaarheden in. 'Broddelwerk' noemt hij het. Terlingens correcties hadden veel van die onjuistheden en onwaarheden die in de teksten staan, kunnen wegnemen. Hij heeft meermaals zijn hulp aangeboden, maar hoorde daar steeds niets op. Vermoedelijk vond men hem te lastig.
Naar zijn oordeel is het huidige rapport echt onder de maat. Zie deze pagina waar mijn uitgebreide, gedetailleerde reactie staat op het gemeentelijke rapport en oordeel zelf.


de brief van Van Zanen

10 maart

Vorig jaar was er in de media volop aandacht voor 'fouten op oorlogsmonumenten', aangezwengeld door een groep mede-onderzoekers zoals Ludmila van Santen, Richard van de Velde, Teunis Schuurman, Harry Broekman en Jim Terlingen.

In een artikel in de Volkskrant kregen zij de geuzennaam 'luizen in de pels' omdat hun gedegen veldwerk fouten en oneffenheden aan het licht brengt in het werk van de gevestigde herdenkingsorganisaties.

Een 'delegatie' van deze groep heeft het afgelopen jaar een dikke pleitnota geschreven en gesprekken gevoerd met de diverse organisaties en instanties. Het eerste positieve resultaat is een feit: het Nationaal Comité 4 en 5 mei roept gemeenten en organisaties op meer samen te werken, ook met praktijkonderzoekers, en databases samen te voegen om fouten te voorkomen of te herstellen.

In het NC-magazine, een halfjaarlijkse publicatie van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, komt eind maart dit artikel te staan:

7 maart

Het is nu maart 2018.
Twee jaar geleden, in maart 2016, kwam in het AD naar buiten dat er veel (naam-)fouten staan op het Joods Monument, dat vijf maanden daarvoor in Utrecht was geplaatst.

8 februari

Vandaag is in Tienhoven in de aanwezigheid van de Pools-Joodse architect Daniel Libeskind een prototype getoond van het Holocaust Namenmonument. Hierop staan fictieve namen. Voor de uiteindelijke versie, die dit jaar in Amsterdam wordt geplaatst, worden alle namen van Nederlandse Holocaust-slachtoffers in bakstenen gelaserd.

Zie ook: dit nos-artikel.

Het Holocaust Namenmonument gaat gebruik maken van het monumentale boek De 102.000 Namen dat op 26 januari is gepresenteerd in Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Onder leiding van onderzoeker José Martin is hard gewerkt aan de meer dan 2100 pagina's, met de namen van alle uit Nederland weggevoerde en vermoorde Joden, Sinti en Roma.

Terlingen is verheugd dat een grote groep betrokken mensen hard heeft gewerkt aan de lijst met namen. Hij pleitte in 2016 daarvoor in een opiniestuk dat verscheen op de website van de Volkskrant. "Ik hoop echt dat de namenlijst nu zo goed als foutloos is, zeker nu het Holocaust Namenmonument de namen gaat vereeuwigen. Maar ik blijf wat huiverig", aldus de Utrechter.


De 102.000 Namen is een uitgave van Boom Uitgevers Amsterdam en kost €75,00. Het boek is te bestellen op www.kampwesterbork.nl

23 oktober 2017

Terlingen heeft een column geschreven over de laatste stand van zaken rondom de fouten op het Joods Monument: http://www.nieuws030.nl/columns/terlingen-joods-monument-update/

1 september

Een bericht waarvan de initiatiefnemers in Utrecht wat van kunnen leren:

In de Surinaamse hoofdstad Paramaribo is een fout hersteld op het Holocaust-monument dat daar begin 2016 is onthuld.

Een kleinzoon van Henry René Gustave de la Parra (1881-1941), die in een ziekenhuis in Rotterdam is gestorven, maakte de initiatiefnemers van het monument onlangs erop attent dat de vermelding van de naam van zijn grootvader op het monument onterecht is.

De Surinaamse organisatie pakte het meteen serieus op en heeft de naam verwijderd.

de naam van Henry René de la Parra is verwijderd

De namen van de vrouw van Henry, Judith Samson, en twee van zijn zoons (Marinus en Herman) staan wel terecht op het monument.

Meer over het monument in dit Engelstalige artikel uit 2016.

7 juli

In sommige edities van het AD/Utrechts Nieuwsblad van vandaag staat een lezersreactie van de heer dr. mr. H.S. Koelega op het opiniestuk dat Terlingen op 24 juni in deze krant schreef. Koelega heeft voor Universiteit Utrecht belangrijk onderzoek gedaan naar omgekomen studenten en medewerkers in de oorlogsjaren en is daarvoor in 2011 geëerd met de hoogste onderscheiding van de universiteit. Hij kreeg daarvoor in 2013 tevens een koninklijke onderscheiding.

In zijn brief, waarboven het AD de kop heeft gezet 'Ik trok aan de bel, maar er is niets mee gedaan', schrijft hij onder andere:

Tenzij er alsnog een duidelijk verklaring komt inzake de omissies moet ik concluderen dat er slecht, althans ontoereikend, onderzoek is verricht. Dat zou een blamage voor de stad zijn. Ter lering pleit ik voor een onafhankelijk onderzoek naar hoe het kan dat zoveel door Terlingen gevonden fouten terecht konden komen op het monument.



Op 13 mei jongstleden nam Koelega al contact op met Terlingen en kunt u op deze website hierover het een en ander lezen.

Journalistieke interesse?
Op deze website staat een reconstructie van hoe de vork volgens hem in de steek zit, oftewel: hoe het kan dat het monument zoveel fouten bevat? In de publiciteit is hierover nog niet amper iets verschenen. Misschien iets voor een gedreven journalist om zich erin te verdiepen?

Bestuur
Indien er een onderzoek komt, zoals Koelega wenst, is het wellicht handig om te weten welke mensen in het bestuur zaten die het monument hebben gerealiseerd. Hulde voor al het werk dat zij hebben verricht en voor het feit dat het gelukt is om het monument te realiseren. Ze zijn er echter helaas ook verantwoordelijk voor dat het monument flink wat fouten bevat en hebben zichzelf op 1 mei 2016 opgeheven, op dat moment wetende dat deze fouten op het monument stonden.
  • de heer Wim Rietkerk (1941, oud-raadslid Christenunie in Utrecht)
  • de heer Maarten van Ditmarsch (1946, oud-fractievoorzitter CDA in Utrecht)
  • de heer Gerrit Keunen (1947, rijksdienst voor de Monumentenzorg)
  • de heer Paul Jaeger (1958, vertaler, Messiaanse gemeente Amersfoort)
Een in dit geval niet relevant, maar toch opvallend detail: wat deze heren gemeen hebben is hun christelijke identiteit. Zeker drie van hen zijn actief (geweest) voor de stichting Christenen voor Israel.

2 juli


In de boekhandel ligt het recent verschenen boek 'Mij krijgen ze niet levend - de zelfmoorden van mei 1940' van Lucas Ligtenberg. Daarin staat onder andere het verhaal van de arts Eduard van Lier, zijn echtgenote Gerarda Guldensteeden Egeling, zijn zoon Cornelis (Kees) van Lier en diens echtgenote Bernardina Daamen. Zij pleegden met zijn vieren zelfmoord op 14 mei 1940 in een kamer in Haarlem. Dat was de dag dat Rotterdam gebombardeerd werd.

Ze woonden allen in Utrecht, op Biltstraat 111. Zoon Kees van Lier - natuurkundige, wetenschappelijk medewerker aan de Universiteit Utrecht - was gemobiliseerd als militair. Hij maakte deel uit van het korps Motordienst.

Kees van Lier was een directe neef van twee vrouwen die in de oorlog verzetshelden zijn geworden: Trui van Lier (1914-2002, crèche Kindjeshaven) en Truus van Lier (1921-1943, die Utrechtse NSB-hoofdcommissaris van politie G.J. Kerlen doodschoot). Ze waren onderling nichten.

Joods of niet-joods
De vaders van Kees, Trui en Truus waren broers. Ze waren joods, maar doordat ze alledrie trouwden met een niet-joodse vrouw, maakte dat Kees, Trui en Truus dus niet-Joods. Hun gezamenlijke opa was 'meester' Lambertus van Lier en hun oma Geertruida Kronenberg.

Vader Eduard van Lier op het monument, de zoon niet - beiden pleegden zelfmoord

Vader Eduard staat vermeld op het Joods Monument in Utrecht; zijn zoon Kees niet. Zijn moeder was niet joods, dus dat is strikt genomen correct. Maar toch is Kees van Lier is wel opgenomen op het Digitaal Joods Monument. Ook Truus van Lier is als joods oorlogsslachtoffer opgenomen op het Digitaal Joods Monument.

(Wederom veel dank aan de heer Koelega)

27 juni

Op verzoek van het AD schreef Terlingen een stuk voor de opiniepagina van zaterdag 24 juni. Hij trok daarin lessen uit het lange proces dat uiteindelijk - onlangs - heeft geleid tot het besluit dat er een onderzoek komt naar de namen op het Joods Monument.

Op de site van het AD staat het hele stuk dat hij inleverde.
In de fysieke krant is zijn verhaal lichtelijk ingedikt:


Columniste Lisanne van Sadelhoff schreef drie dagen later (27 juni) deze column.

15 juni

De zussen Catharina Helmina Koperberg en Ella Julie Koperberg staan onder elkaar vermeld op het monument. Ze zijn op dezelfde dag in Sobibor omgekomen, op 14 mei 1943.

Echter op het monument staat bij Ella Julie Koperberg als sterfdatum 14 mei 1942. Wat ook verkeerd is gegaan: er staat Elia in plaats van Ella. Twee fouten op één regel.

de 30e en 31e fout op het monument

Dit jaar zijn op 15 februari op het laatste adres van Catharina (Kittie) en Ella (Elly) twee Stolpersteine gelegd: bij Domstraat 9 bis. Op de steentjes zijn gelukkig geen fouten gemaakt.

foto: Arjan Vrieze (Traces of War)

(De sterfdatumfout werd aan mij doorgegeven door de heer Koelega. Veel dank daarvoor.)

14 juni

Uit een mailwisseling met het bestuur van het Holocaust Namenmonument maak ik op dat de volledig gecorrigeerde lijst met namen die op het monument in Amsterdam gaan komen, pas op de site komen als de namen op het monument gezet gaan worden.

Het spijt me om weer kritisch te moeten zijn, maar ik kan dat niet anders kwalificeren dan ‘dom’. Zo is er geen mogelijkheid voor buitenstaanders (nabestaanden en amateur-historici) om er nauwkeurig naar te kijken. Het is vragen om fouten.

De huidige lijst die op de site van het Holocaust Namenmonument staat, bevat aantoonbaar fouten (zie ook eerdere berichten op deze site).

13 juni (1)

Er komt een onderzoek naar alle 1239 namen op het Joods Monument in Utrecht. De uitkomsten ervan zullen worden gepubliceerd op de officiële website van het monument. Bij het monument in Utrecht komt een bordje met een verwijzing naar de correcte informatie op de website. Dat is de uitkomst van gesprekken die de Utrechtse burgemeester Van Zanen de laatste maanden achter de schermen met betrokkenen heeft gevoerd.

Zie ook: de nieuwsberichten op RTV Utrecht (bericht 1)RTV Utrecht (bericht 2) en RTV Utrecht (video), DUIC, NU.nl en AD

Terlingen schreef zelf vandaag dit achtergrond-verhaal op Nieuws030


13 juni (2)

Op de website van het joods monument staat prominent bovenaan "de 1239 Joodse slachtoffers uit Utrecht". Dit aantal slaat op het aantal namen op de muur van het monument. Er zijn meerdere redenen om dit getal los te laten. Als eerste, natuurlijk, wegens de onterechte vermeldingen op de muur (zoals de mensen die de oorlog overleefd hebben).

Verder is het niet duidelijk wat iemand een 'Utrechter' maakt en wat iemand een 'slachtoffer'. Waren op kamers wonende joodse studenten ook 'Utrechters'? Is elk joods persoon die tijdens de oorlog stierf een slachtoffer? Ook bijvoorbeeld iemand die in 1940 zelfmoord pleegde? Er zijn van elke categorie voorbeelden te vinden van mensen die wél en mensen die niet opgenomen zijn.

De stichting die het monument heeft gemaakt is - naar alle waarschijnlijkheid - 'blind' afgegaan op een lijst met namen die zij heeft ontvangen (zie ook: de reconstructie in het bericht van 13 mei 2017).

Het verklarende plakkaat op de namenmuur op de avond van de onthulling in 2015 (foto: JT)

19 mei (1)

De hoogleraar geneeskunde Abraham Albert Hijmans van den Bergh (1869-1943) stierf op 73-jarige leeftijd in het huis van zijn leerling en opvolger in Utrecht, Cornelis Douwe de Langen. Of dit een natuurlijke dood is geweest of dat er sprake was van een suïcide, is niet geheel duidelijk. Er valt daarom over te discussiëren of zijn vermelding op het Joods Monument in Utrecht terecht is.

Op het oorlogsmonument van de Universiteit Utrecht in het Academiegebouw aan het Domplein staat hij - sinds 2011- vermeld. Een commissie, bestaande uit vier hoogleraren - waaronder de voormalige directeur van het NIOD, prof. Blom - besloot zijn naam op te nemen omdat "zijn overlijden verhaast was door de omstandigheden waarin hij door de bezetting terecht was gekomen".

Naam
Op het Joods Monument in Utrecht staat de naam 'Abraham Albert Hijmans', dus zonder 'van den Bergh'. Dat is overeenkomstig met de gegevens die op de officiële overlijdensakte staan. Echter, hij had zijn achternaam in 1929 veranderd. Hij voegde toen de naam van zijn moeder toe.

'Hijmans' op het Joods Monument in Utrecht

Het is vreemd dat op het monument gekozen is voor 'Hijmans'. Belangrijke instanties maakten andere keuzes. In Utrecht is onder andere een straat naar hem genoemd (Hijmans van den Berghlaan) en een gebouw (A.A. Hijmans van den Berghgebouw). In het Academiegebouw staat 'A.A. Hijmans van den Bergh' op het oorlogsmonument en op het Digitaal Joods Monument staat 'Abraham Albert Hijmans van den Bergh'.

'Hijmans van den Bergh' op het oorlogsmonument in het Academiegebouw

(met grote dank aan de heer Koelega)

19 mei (2)

Mozes Onderwijzer (1893-1943) en zijn vrouw Melanie Margaretha Onderwijzer-Lang (1898-1943) woonden in het deel van Maartensdijk dat tegenwoordig bij Utrecht hoort. Ze staan daarom op het Joods Monument in Utrecht vermeld.

Hun oudste dochter, Gesina Renée, was verstandelijk beperkt en is eind jaren dertig (?) naar de joods-psychiatrische instelling Het Apeldoornsche Bos gebracht. Vanuit deze instelling is zij in 1943 samen met 1095 andere inwoners en verpleegkundigen naar Auschwitz weggevoerd en daar vermoord.

Ik weet het antwoord op de vraag nu zelf niet, maar ik stel hem wel: hoort de naam van Gesina niet onder die van haar ouders te staan op het Joods Monument in Utrecht? Is daar in Utrecht bij het maken van het monument door iemand over nagedacht? Het antwoord is, vrees ik, 'nee'.

PS. Mozes - ook wel: Maurits - Onderwijzer was een zoon van de rabbijn Abraham Samson Onderwijzer (lees hier meer: site dutchjewry.org).

Abraham Samson Onderwijzer (1862-1934)

13 mei

De heer dr. mr. H.S. Koelega, die voor Universiteit Utrecht belangrijk onderzoek heeft gedaan naar omgekomen studenten en medewerkers in de oorlogsjaren (en daarvoor in 2011 is geëerd met de hoogste onderscheiding van de universiteit en in 2013 een koninklijke onderscheiding kreeg), heeft Terlingen naar aanleiding van zijn media-optredens benaderd met meerdere voorbeelden van inconsistenties in de namenlijst op het Utrechtse monument.

Hij heeft deze gegevens in 2015 nog voor het onthullen van het monument doorgegeven aan de stichting die het monument heeft geregeld. Hij kreeg daar helaas geen inhoudelijk antwoord op. De komende tijd zal Terlingen deze gegevens checken en publiceren.

De heer Koelega uitte de logische veronderstelling dat men vast jarenlang serieus bezig is geweest met onderzoek naar de Utrechtse namen. In zijn reactie schreef Terlingen hem een mail, met hoe volgens hem de vork in de steel zit. Voor bezoekers van deze site is het volgende fragment uit de mail misschien interessant:

(...)

Hetgeen u schrijft - dat er ongetwijfeld personen zijn "die jarenlang serieus bezig zijn geweest de Utrechtse namen uit te zoeken" - is naar mijn beste inschatting niet gebeurd. Het comité heeft zelf geen onderzoek gedaan en is afgegaan op een lijst van mevrouw Hankes, die de website Joods Digitaal Monument Utrecht beheert. Zij heeft in 2007 een bestand met namen gekregen van het Joods Historisch Museum en heeft deze op haar website gezet. Deze gegevens zijn sindsdien nauwelijks aangepast. Haar site (jdmu.nl) was - en is - niet op online bezoekersreacties ingericht. 

Het Joods Historisch Museum zette haar gegevens rond die tijd ook online: op de landelijke site Digitaal Joods Monument (tegenwoordig Joods Monument). Op deze site kunnen bezoekers wel wijzigingen aanbrengen. Door bezoekersmeldingen en eigen onderzoek van medewerkers zijn daar heel veel aanpassingen gedaan. Dit gebeurt tot op de dag van vandaag. Ook u heeft daar namen aangedragen, lees ik. Veruit de meeste fouten die ik ben tegengekomen op het Utrechtse monument, komen niet meer voor op de site van het (Digitaal) Joods Monument.

Als nauwkeurig onderzoeker van de Utrechtse universitaire wereld in de oorlogsjaren zult u waarschijnlijk, net als ik, verbijsterd zijn over het feit dat er geen eigen onderzoek is gedaan. Tien minuten googelen had al volstaan om te ontdekken dat de lijst fouten bevatte. Het duidt mijns inziens helaas op amateurisme. Maar het gaat wel om een zeer gevoelig onderwerp en een monument van 180.000 euro. Daar droegen overigens onder meer de gemeente Utrecht en de Nederlandse Spoorwegen aan bij. Ook was het mogelijk voor 'gewone mensen' om een naam te adopteren voor vijftig euro.

Voorzitter Wim Rietkerk van de Stichting Joods Monument zei in 2016 in het AD na de eerste melding van fouten: "De lijst met namen is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld en gecontroleerd". Dit verdient m.i. de kwalificatie 'gotspe'.

(...)